Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [12]zij voerden de ark Gods op een nieuwen wagen uit het huis van Abinadab. Uza nu en Ahio leidden den wagen. 12. Dit was tegen het uitgedrukte bevel Gods, Num.4:15, waar de Heere beveelt dat de priesters de ark op hun schouders dragen zullen. Zie onder, hfdst.15 vs.2,13.